07 maart 2023

Hardloopblessures in een loopgroep: interessante lessen

Twee maanden geleden had ik een stijve onderrug. Misschien teveel gezeten, teveel auto gereden, teveel krachttraining gedaan, teveel hardgelopen. Twee maanden daarvóór voelde ik al een kleine irritatie ergens bij mijn rechterbil, ter hoogte van SI gewricht.

Niets aan de hand dacht ik, een paar daagjes rustig an. Tot ik op zaterdag eind maart wakker werd met een raar gevoel in mijn heup en been. Opstaan… aiii hè? Pijnscheut rechterheup. Ik bleek niet goed meer te kunnen staan. Eigenlijk bleek ik vanaf dat moment even invalide. Hinken naar badkamer en keuken. Liggen op bed of kort zitten.... Meteen maandag naar de huisarts en die constateerde: waarschijnlijk hernia. Met de nadruk op waarschijnlijk, want ik had lang niet alle symptomen. Later in de week werd de diagnose: "een geirriteerde zenuw door onbekende oorzaak"

Waarschijnlijk zo'n gele of groene zenuw. Het deed in elk geval veel pijn en er waren 1 a 2 nachten dat ik NIET sliep. De diagnose blijkt lastig te trekken, want enkele weken later zei de neuroloog dat het ofwel een L3 hernia was (want doortrekkend in bovenbeen/niet in onderbeen en de zwaarte van de klachten) ofwel een andere zenuwirritatie 'ergens tussen de bilspieren'. 

Herstel

Het herstel vorderde langzaam. Na 2 weken kon ik weer honderd meter WANDELEN, na 4 weken was dat 15 minuten. Na 37 dagen kon ik weer mijn eerste kilometer hardlopen (a 9 km/uur). Uiteindelijk na 2.5 maanden weer 5 km zonder pauzes lopen op redelijke 12 km/uur.


Blessureregistratie

 De interessante vraag is: had dit voorkomen kunnen worden, zag ik het aankomen? Het antwoord is: ja, waarschijnlijk wel. Toen ik de eerste voortekenen zag, had ik meteen kunnen zorgen voor minder zitten, minder krachttraining. Aan de andere kant: lopers hebben zo vaak pijntjes en het meeste gaat snel weer over. 

Dergelijke gedachten waren de basis voor onze BlessureregistratiePilot binnen Groningen Atletiek: een groep van 18 lopers wordt wekelijks gevraagd naar kleine pijntje die nog geen blessure zijn maar wel het hardlopen hinderen. Na een half jaar kunnen we zien wat er gebeurt: misschien kondigen blessures zich aan, misschien kunnen we ze vóór zijn, voordat het échte blessures worden. Ook krijgen we misschien wat meer informatie over: hoelang duren de blessures, welke behandelingen worden gedaan, welk advies wordt gevolgd. Ofwel: WE WILLEN MEER OVER OMGAAN MET BLESSURES WETEN.

We vroegen naar pijntjes die het hardlopen enigszins hinderen, die ervoor zorgen dat je bijvoorbeeld geen tempo's kan doen. En inderdaad, een enkeling meldde bijvoorbeeld een achillespees pijntje, of een stijve onderrug. Alleen, deze pijntjes bleken niet tot blessures te leiden. Verder zijn er (zoals bij mij) ook pijntjes die wat raar aanvoelen maar het lopen niet belemmeren. Kennelijk voldoet de registratie van pijntjes niet om blessures te voorkomen omdat ofwel pijntjes te onbetekenend zijn ofwel het al echte blessures zij. 

Maar wat zijn we dan wél wijzer geworden dan? Veel:

Blessuregevoeligheid: bekend en bewust

Van de 18 lopers bleken er 9 geblesseerd te zijn geweest tijdens het traject. Hiervan:

  •        Drie: chronisch/terugkerend (rug, heup, achilles)
  •         Vijf:  bekende zwakke plekken die opspelen zoals rug, knie, heup
  •         één tijdens het traject nieuw optredende blessure

Kortom: de meeste van de blessures waren bekend en terugkerend. Ze treden op/worden erger na wat hardere trainingen, en het is bekend wat eraan gedaan moet worden (even rusten, oefeningen etc). Slechts één echt nieuwe blessure: die van mij.

Hardlooptraining: laag blessurerisico

Hardlooptraining kent, voor lopers zonder zwakke plekken (chronisch / bekende zwakke plekke) een laag blessurerisico. Er ontstaan nauwelijks ‘nieuwe’ blessures door hardlooptraining.

Voor lopers met chronische problemen ligt dit anders. Zij moeten voorzichtig zijn met harde trainingen / oefeningen (sprinten, springen, te snelle tempo’s). Als deze problemen bij zowel trainer als loper bekend zijn, wordt het risico lager: samen kunnen we risicovolle situaties omzeilen.

Ook voor beginners (niet onderzocht in de pilot) ligt dit anders. Beginners hebben vaak kwetsbare plekken die nog niet helemaal bekend zijn en die bij beginnende hardlooptraining uitgroeien tot blessures. Hierdoor moeten sommigen afhaken ("met deze knie lukt het helaas toch niet"), de overigen worden ervaren hardlopes met bekende en bewuste zwakke plekken.


Behandeling: advies hoe met blessure om te gaan, advies bij opbouw na genezing

De meeste van de geblesseerden hebben adequate hulp: fysio, arts.  Dat neemt niet weg dat er een belangrijke rol voor de trainer ligt, onder andere:

  •        Advies geven bij een optredende blessure. Dit advies kan, afhankelijk van ervaring van de trainer, wisselen. Sommige trainers kunnen zelf advies geven, anderen doen er beter aan direct door te verwijzen naar een sportarts of blessurespreekuur, eventueel na raadpleging collega trainer
  •         Advies/schema voorstellen bij opbouw na blessure. De trainer moet zich ervan bewust zijn da als de blessure ‘over is’, de belastbaarheid er nog niet is. De trainer kan ofwel zelf een schema voorstellen ofwel advies vragen bij andere trainers / kennisbank / fysio etc.

 

Communicatie en blessurerisico

De opzet van deze pilot hield uiteraard in dat er circa tweewekelijks mailcontact was met de pilot groep. De mails houden communicatie over blessurestatus in, en ik zie hier de volgende effecten:

-        Omdat de loper bevraagd wordt is hij/zij zich bewuster van eventuele pijntjes, misschien ook alerter op beginnende blessures, kortom zorgt hij ervoor dat hij niet geblesseerd raakt.

-        Omdat er detail info tussen loper en coach wordt uitgewisseld kan coach beter inspelen op de blessuresituatie en bijvoorbeeld:

o   Snel verwijzen naar juiste behandeling, of preventietips geven

o   De training aanpassen (“doe geen loopscholing, dat verergert je achillesklachten”)

o   Samen met loper zoeken naar oorzaken, daarover in gesprek gaan.

 

Maar...  maar....

Blessureregistratie bij recreanten is anders dan registratie bij professionele / hoog niveau atleten.

In die laatste groep is elk klein pijntje bekend, en worden sporters (bijna) dagelijks behandeld door fysio's, masseurs, chiropracters, om de pijntjes niet erger te laten worden. 

Ook in "gewone" serieuze wedstrijdgerichte trainingsgroepen zal de atleet dagelijks of wekelijks laten weten hoe de trainingen zijn gegaan en zal hij/zij bij elke training eventuele pijntjes of blessures melden, en zal de coach inspelen op signalen en in overleg met de atleet snel bij een behandelaar terecht kunnen. De atleet vult een logboek in en daar staat alles in.

Maar... waarom dan dat niet ook voor de recreant doen? Afspraak maken dat elke recreant zijn/haar trainingslogboek bijhoudt. Natuurlijk... dit zou kunnen. Maar in de praktijk komt hier niet zoveel van terecht. Men wil vrijheid en wat privacy houden, en bij pijntjes bijvoorbeeld zélf besluiten om een dagje te rusten in plaats van dit met de trainer te moeten overleggen. 


Voorlopige conclusies

Het is zinvol om in een trainingssituatie af te spreken beginnende blessures altijd direct schriftelijk (mail) te melden. Zodoende ontstaat er communicatie tussen trainer en atleet en is er de mogelijkheid tot advies, bespiegeling, verwijzing etcetera. Wat we hiermee vermijden is dat een atleet op de training komt met pijntje waar de trainer zich niet van bewust is en niet op kan inspelen.

Het is goed als trainer om je bewust te zijn van de belastbaarheid van de trainingsgroep, en dit kan worden bereikt via een goede intake waarbij duidelijk wordt wat potentiële zwakke plekken van de lopers zijn. Afgaande op de pilot groep van 18 lopers zoo zo’n 40% van de lopers verminderd belastbaar zijn wegens ‘bekende problemen’, maar ik denk dat dat percentage wat lager is (met name omdat zich voor de pilot relatief veel lopers met wat blessureproblemen zich meldden). Desalniettemin:  in een groep van zeg 100 lopers zijn er vast wel zo’n 20-25% met wat klachtjes etc. Dit kan ook te maken hebben met doelgroepen. In mijn vroegere trainingsgroep met jonge fitte lopers was er bijvoorbeeld niemand van de 15 geblesseerd en allemaal goed belastbaar. Maar in veteranen trainingsgroepen met leeftijd gemiddeld 60, zal mogelijk de helft wel ‘iets’ hebben.

  

Afhankelijk van de feitelijke groep die je voor je hebt kan je de training aanpassen door risicovolle oefeningen te vermijden (niet sprinten door 50+ ers, vermijden rug belastende draai oefeningen, etc).